Iedereen mag weten dat ik het eigenlijk best heel spannend vond. Ik had er lang naar uitgekeken en hoewel ik wel eerder een liveaboard heb gedaan, was dit toch wel heel anders. Mijn eerste liveaboard was in Thailand; tropisch weer en zicht van zo’n dertig meter. Op deze liveaboard ging ik mijn eerste Nederlands nachtduik maken, meteen al de vrijdagavond dat we aan boord kwamen. En ook heb ik op de boot de onderwaterbiologie-specialisatie gedaan.

Bijzonder luxe was dat ik in mijn eentje op een kamer werd gelegd! Dat deed me goed, want de eerste nacht op een vreemde plek slaap ik al niet zo makkelijk.

Vrijdagavond kregen we de briefing over de onderwaterbiologie-specialisatie. Alle cursisten hebben een boek gekregen wat je van tevoren moest doornemen met een vragenlijst erbij. Het lezen van het boek vond ik al erg leuk, omdat je van alles herkende. Met de eerste duiken die ik maakte, had ik geen idee waar ik naar keek. Ik heb in het begin dan ook regelmatig na de duik de vraag gekregen: ”En, wat heb je gezien?” Ik kon daar dan maar kort antwoord op geven. Dat is inmiddels wel anders. Nu zie ik zoveel dat ik niet eens meer alles kan onthouden.

Hester was onze docent en zij heeft bewust gekozen voor een combinatie van theorieles en de praktijk. Dus het water in en zelf bekijken wat je geleerd hebt om het daarna weer met elkaar te bespreken. Dit werkte erg prettig.

De nachtduik van vrijdagavond was bij de duikstek de Muur. Deze stek kun je moeilijk bereiken via het land, omdat er, de naam zegt het al, een muur staat tussen de weg en het water. Bij het opbouwen van mijn set en het klaarleggen van mijn spullen, had ik al mijn eerste leerpuntje te pakken. Ik had mijn spullen neergezet precies daar waar iedereen te water ging. Dat was een hoop gedoe, omdat ik steeds moest wachten tot er weer één in het water lag. Na de duik heb ik meteen mijn duikkist verplaatst!

Om 23.15 uur stond ik bij de rand van de boot waar je het water in moest springen en even vroeg ik me af waar ik aan begonnen was… Ik keek een paar meter naar beneden en dat viel toch een beetje tegen… Het water was pikzwart en ik heb op de kant misschien al een kwart van mijn fles leeg staan zuigen.

Toen ik onder water was, wist ik het weer; het was nog steeds spannend, maar ook magisch! En eigenlijk kun je je buddy ook heel goed zien, want de lamp steekt ’s nachts natuurlijk veel feller af dan overdag. Meteen al zag ik de kreeften loslopen die ik overdag altijd in hun holletjes moet bewonderen.

Ik hoopte dat ik lekker zou slapen die nacht, maar daarentegen lag ik met grote open ogen in bed. Zo’n spannende duik vlak voor het slapen gaan is niet bevorderlijk voor je nachtrust!

De volgende ochtend doken we ook weer bij de Muur. Mijn buddy had zijn camera meegenomen en kort na de afdaling zag ik mijn eerste zelfontdekte Spinkrab!! Enthousiast wilde ik aan de kant gaan zodat hij een foto kon maken waarbij mijn vinnen in propellers veranderden en wij meteen in een enorme stofwolk gehuld waren. Weg spinkrab…

Dat was dus weer een leerpuntje. Verroer je niet als je wat moois ziet. En er komt een dag dat ik mijzelf in m’n achteruit kan zetten! Toen mijn buddy een wel zeer vage kreeft tegen kwam, ben ik natuurlijk ver uit zijn buurt gebleven. Later vertelde hij dat het een ‘normale’ kreeft was die helemaal was begroeid met wier.

Na deze duik was er een heerlijke lunch met daarna de les van Hester. We bespraken de verschillen die je ziet op verschillende dieptes. Waarom er bijvoorbeeld onder de 6 á 8 meter geen zeewier meer groeit (gebrek aan zonlicht), welke dieren je op elke diepte tegen komt en Hester vertelde ons ook dat de bodem van het Grevelingenmeer aan het verstikken is. Door een gebrek aan doorstroming van het water dieper dan zo’n 10 meter ontstaat er een gebrek aan zuurstof waardoor veel organismen afsterven.

Onze praktijkopdracht was deze keer met Michel: met een leitje beginnen op 15 meter en opschrijven wat we zagen. Telkens moesten we 3 meter omhoog en hetzelfde doen. We waren bij de duikstek de Val, ook een stek waar je vanaf het land heel lang moet lopen om er te komen. Vanaf 10 meter idd afgestorven organismen, zwarte zandplekken en ook witte schimmelplekken. Dit is zorgelijk en er was een project wat deze ontwikkeling moet keren. Er moest gezorgd worden dat er weer water naar de bodem van het meer gepompt zou worden, alleen is dit helaas door geldgebrek stilgelegd. Heel erg zonde, want het meer kan zo prachtig zijn!

Na de evaluatie van deze duik kon iedereen even zijn eigen ding doen en ’s avonds was er een zeer goed verzorgde en gezellige BBQ! Voor diegenen die de nachtduik zouden overslaan, was er een biertje. Niet voor mij, want deze duik stond ook op het programma voor het behalen van mijn 2* brevet.

Weer vond ik het spannend, want we lagen bij de duikstek Bommenede. Hier ligt een verborgen stad die begint op 15 meter en doorloopt tot zo’n 25 meter. Omdat ik ook een beetje moe was, vond ik het heel wat om in het donker naar bijna 20 meter af te zakken. Gelukkig zag Arno dat al aan mijn smoeltje en besloot om niet dieper te gaan dan 12 á 15 meter. Dat vond ik een geruststellend idee en inmiddels ging het te water gaan me al een stuk beter af.

Deze duik gaat bij mij de boeken in als één van de mooiste duiken die ik tot nu toe gemaakt heb en ik hoorde nog meer enthousiaste duikers het water uit komen! Ik zag honderden, misschien wel duizenden Anjelieren, heel groot en heel klein! We zagen een enorme schol en een onwaarschijnlijk grote kreeft! Ik kan me vergissen, maar hij was misschien wel een meter lang! Oké, oké, min 25 procent…

Ik was erg blij dat ik de duik had gemaakt, ondanks de stress die ik van tevoren had. Ik vond dat ik wel een biertje had verdiend en was helemaal ontspannen!

Zondagochtend was er weer een les van Hester. Dit keer over wat er leeft op het harde en het zachte substraat en over de pelagische organismen. Dus wat leeft er op de betonblokken, keien en stenen, wat leeft er in het zand en wat in het open water. Ook dit vond ik weer bijzonder boeiend, want ik weet nu dat de Zeeuwse wateren vóór het bouwen van de dijken helemaal niet interessant waren om te duiken. De flora en fauna onder water kan veel beter gedijen achter, onder en op de betonblokken en keien. Onderwaterplanten kunnen zich beter hechten en de dieren kunnen er bijvoorbeeld schuilen en op zoek gaan naar voedsel. Wat ik nu ook weet is dat vele exotische soorten zich hier hebben gevestigd als gevolg van de handelsscheepvaart zoals bijvoorbeeld de Anemonen en Anjelieren.

We lagen bij de duikstek Dreischor en hier heb ik weer met Michel het substraat en het open water bestudeerd.

De laatste duik was ook bij Dreischor. Dit was een relax-duik en het viel me meteen op dat ik al veel ‘kleiner’ dook dan de week ervoor. Ik bedoel daarmee dat ik steeds langer naar steeds kleinere dingetjes ben gaan kijken die mij nu dus ook opvallen.

Misschien wel het belangrijkste waar ik mij van bewust ben geworden, is mijn eigen duikgedrag zowel boven als onder water. Onder water gedraag je je als een gast en je respecteert en waardeert het onderwaterleven. Je zorgt dus dat je geen overbodige uitrustingsstukken met je meeneemt en de spullen die je wel meeneemt, zitten goed bevestigd aan je trimvest zodat ze niet over de tere organismen slepen.

Je zorgt dat je goed uitgelood en uitgetrimd bent zodat je genoeg afstand hebt om alles goed te kunnen zien zonder het te beschadigen. En je vinslag is heel belangrijk. Ikzelf duik al automatisch met de frogkick. Je beweegt je vinnen zijwaarts waardoor je onder je niets hoeft te raken.

Ik hoop dat ik op deze manier ook weer een bijdrage lever aan het behoud van het mooie onderwaterleven en ik wil Hester enorm bedanken voor de goede organisatie en de boeiende lessen!