Hemelvaartsdag is traditioneel zo’n beetje de onofficiële start van het duikseizoen. Het water is wat warmer, diverse beestjes zijn uit hun winterslaap, dus er is weer zat te zien, en met een beetje geluk is het ook boven water lekker warm. Voor 2023, de aanhoudende kou was eindelijk een beetje uit de lucht! En dus was er een stormloop op de duikstekken, met name de bekende. Niet alleen vanuit Nederland, maar ook vanuit omringende landen reisden enthousiaste duikers naar Zeeland. Zo ook enthousiaste Amphibianen uit Den Haag en Scheveningen, en zelfs uit Zeeland!
Om 10 uur hadden we afgesproken bij Dreischor Gemaal, pal naast een van de meest bekende stekken in het Grevelingen Meer op Schouwen-Duiveland. Hoeveel de drukte was verwacht, was het desondanks even slikken bij aankomst van de eerste Amphibiaan. Lange rijen geparkeerde auto’s, geen plekje meer te vinden, en door de smalle wegen was er nauwelijks een doorkomen aan! Zelfs omkeren en de weg terugrijden bleek een opgaaf. Maar met wat geduld opgelost en werd er afgesproken om uit te wijken naar de Oosterschelde, en wel de nabijgelegen duikstek Zoetersbout. Die stond eigenlijk op de planning voor de middag. Uiteraard was het ook hier druk, maar een parkeerplek vinden was geen probleem.
Eindelijk kon iedereen elkaar goedemorgen zeggen en werd er gezamenlijk een ‘check de stek’ gedaan. Het was laag water, waardoor er wat aandacht nodig is bij de trap het water in. Die houdt op een gegeven moment op, maar dan moet je, met volle uitrusting, toch nog een afstapje met wat rotsblokken af. Met een touw aan de trapleuning kun je jezelf nog in balans houden. Het heet natuurlijk ook niet voor niets sportduiken!
Als je op een duikstek staat, is de meest gestelde vraag, hoe is het zicht. Van een ander buddy paar kregen we te horen dat het wel okay was. Mooi! Na de duikspullen opgetuigd en omgehangen te hebben konden we het water in. En daar bleek dat wat de een okay vind, misschien wat minder is voor de ander. Het zicht was nauwelijks een meter, en soms zelfs minder. De hoop was dat het verder van de instap beter zou worden, want juist de plek waar veel duikers het water in en uit gaan is niet de beste. Maar ook verder van de instap werd het nauwelijks beter. De diepte opzoeken waar hopelijk de stroming van de Oosterschelde ook beter zicht zou kunnen geven bleek ook niet de oplossing. Soms is dat nou eenmaal zo. Belangrijk dus om heel dicht bij elkaar te blijven om elkaar niet uit het oog te verliezen en dat is ook niet gebeurt.
Ondanks het zicht was er wel degelijk heel veel onderwaterleven. De bodem was bezaaid met piepkleine scholletjes. En ook kwamen we nog steeds brede ringsprietslakken tegen, al was het veel minder. Die hadden de paartijd achter de rug, waarbij hele massa’s bij elkaar komen voor een flink feestje! Naast de scholletjes vonden we nog een sepiolaatje, een mini-inktvisje ter grootte van een muisje, die zich in het zand onzichtbaar dacht te maken. Ondanks dat ze dat enorm goed kunnen werd dit dwerginktvisje toch gevonden. Dichter bij de dijk bleek het zicht wat beter en die had heel veel moois te bieden. Met het zonnetje op het water was het mooi kleurig en levendig. En hier vonden we een baby-snotolf. Zo’n naam klinkt bijna als een grapje, maar ze heten echt zo. Zagen we weken geleden nog de volwassen mannetjes, in bonte rode, oranje en paarsige kleuren, nu was het de buurt aan een van de nakomelingen, nog geen twee centimeter groot en verscholen achter een blad van zeewier, klein en kwetsbaar.
Na een uur was iedereen weer boven en werden de klapstoeltjes tevoorschijn gehaald om lekker relaxed de lunch op te smikkelen. Zo in het zonnetje was het prima uit te houden! En tijdens de lunch werd besloten om toch maar weer te kijken bij Dreischor Gemaal. Meestal is het in de middag iets rustiger. Een van de buddyparen reed vooruit om te zien of er plek was, terwijl de rest de tijd nam om de flessen weer lekker vol met lucht te vullen. Gelukkig bleek er inderdaad plek te zijn voor iedereen!
Dreischor Gemaal is een duikstek waar, zoals de naam suggereert, een gemaal is gevestigd. Bij overmatige regenval wordt water van achter de dijk het Grevelingen Meer in gepompt. Dat zijn uiteraard niet de momenten om daar te gaan duiken, want je ziet geen hand voor ogen, maar het gemaal was niet in werking en rustig kleedde iedereen zich weer om. Ook hier is het een beetje klauteren om in het water te komen, maar geen probleem. Onder water bleek het zicht helemaal top. Een heel verschil met vanmorgen. En met het zonnetje was het nog net even wat mooier dan normaal!
Het werd een hele relaxte duik langs mosselbankjes begroeid met rode en bruine wieren, mooie oranje sponzen, bijna doorzichtige zakpijpjes met gele “mondjes”, heel veel krabben en kreeften, en spookkreeftjes die vrolijk ‘zwaaiend’ lekker voedsel uit het water proberen te vangen. Ook hier waren er nog aardig wat brede ringsprietslakken te vinden. Het gemaal zelf was ook een bonk leven, prachtig begroeid en juist hier vonden we ook hele grote zeeanjelieren. Zo groot zelfs, dat ze dreigden om te vallen door hun eigen gewicht. Iets minder diep zaten ook veel blonde grondels. Kleine visjes tot zo’n 10 centimeter groot, waar weinig blonds aan is. Wel bont, want ze blonken in allerlei vrolijke kleurtjes, alsof ze metallieke schubbetjes hebben. Ook vonden we bonte mantels, schelpen die lijken op het bekende Shell logo. Je ziet ze niet heel veel. En op de ondieptes in het wier zaten talloze groene wierslakjes. Boven water ziet een slak er al gauw wat slijmerig en kleurloos uit, maar onder water zijn het prachtige, en vaak ook heel kleurrijke beestjes.
Het was een mooie zonnige en hele gezellige duikdag met Hemelvaart!